Riegman & Klaverdijk is als onafhankelijk accountantskantoor actief in alle segmenten van het midden- en kleinbedrijf. Kennis, ervaring en een diepgewortelde interesse in onder meer de binnenvaart, zijn de pijlers onder Riegman & Klaverdijk. Een dynamisch bedrijf dat haar huidige vooraanstaande positie in de branche vooral dankt aan de actieve en persoonlijke benadering van cliënten. Tot de cliënten behoren ondernemingen die actief zijn in de binnenvaart, kustvaart, detailhandel, bouw, IT, etc.
De Belastingdienst kan op verzoek van een belastingplichtige toestaan dat het belastbare bedrag voor de vennootschapsbelasting wordt berekend in een andere geldeenheid dan de euro, de functionele valuta. De voorwaarden voor toepassing zijn gepubliceerd in de Regeling functionele valuta. De staatssecretaris van Financiën heeft een besluit met zijn beleid over de Regeling functionele valuta gewijzigd. De wijziging betreft een goedkeuring voor de verrekening van buitenlandse bronbelasting. Op basis van een goedkeuring hoeft de te verrekenen buitenlandse bronbelasting niet in euro’s te worden omgerekend, maar in de functionele valuta. Daartoe hoeft niet langer een voorafgaand verzoek te worden gedaan.
Ten opzichte van de vorige versie van het beleidsbesluit zijn twee onderdelen toegevoegd. Na de omzetting van de rechtsvorm van een belastingplichtige die gebruik maakt van de regeling functionele valuta hoeft niet langer een verzoek om toepassing van de regeling te worden gedaan. De rechtsvormomzetting wordt voor toepassing van de regeling buiten beschouwing gelaten.
Ook bij toepassing van de regeling functionele valuta moet de vennootschapsbelasting in euro’s worden betaald. Dat betekent dat over de vennootschapsbelastingschuld een valutaresultaat kan ontstaan. Bij de berekening van dat valutaresultaat moet in beginsel worden uitgegaan van het ontstaan van de belastingschuld gedurende het jaar. De staatssecretaris heeft goedgekeurd dat voor de berekening van het valutaresultaat op de vennootschapsbelastingschuld wordt uitgegaan van ontstaan aan het einde van het boekjaar waarop de schuld betrekking heeft.
Het gewijzigde besluit is op 11 augustus 2020 in werking getreden. Het oude besluit is per die datum ingetrokken.