11 - 2020
De Tweede Kamer heeft de wetsvoorstellen, die gezamenlijk het pakket Belastingplan 2021 vormen, aangenomen. Ook het wetsvoorstel Wet beperking liquidatie- en stakingsverliesregeling is aangenomen. Bij de stemming over het Belastingplan zijn enkele amendementen aangenomen.
- De BIK wordt voor het investeringsbedrag tot € 5 miljoen verhoogd van 3 naar 3,9%. Voor het deel van het investeringsbedrag boven € 5 miljoen is de BIK verlaagd van 2,44 naar 1,8%.
- De vrijstellingen in de schenkbelasting voor kinderen en voor overige verkrijgers worden voor het jaar 2021 eenmalig verhoogd met € 1.000. De vrijstelling voor een schenking aan een kind bedraagt in 2021 € 6.604. De vrijstelling voor schenkingen aan anderen dan kinderen komt in 2021 uit op € 3.244.
- Een ouders heeft recht op kinderopvangtoeslag als de partner is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel van drie maanden of langer. In het wetsvoorstel werd uitgegaan van een straf of maatregel voor de duur van één jaar of langer.
- Onder de doelmatigheidsgrens van het wetsvoorstel Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen worden toeslagen niet teruggevorderd. Deze grens is verhoogd € 48 naar € 98. Deze verhoging wordt gefinancierd door verhoging van de percentages van het drempelinkomen voor de zorgtoeslag met 0,03%-punt.
- Voor wooncoöperaties geldt het verhoogde tarief van de overdrachtsbelasting van 8% niet wanneer zij huizen van woningcorporaties overnemen.
- Met ingang van 1 april 2021 geldt een aanvullende voorwaarde voor de toepassing van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting. De te verkrijgen woning mag niet duurder zijn dan de woningwaardegrens van € 400.000. Er is een extra antimisbruikbepaling opgenomen voor elkaar binnen twaalf maanden opvolgende verkrijgingen met betrekking tot dezelfde woning door dezelfde persoon of zijn rechtsopvolger krachtens huwelijksvermogensrecht of erfrecht.
- De in het wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting opgenomen horizonbepaling is geschrapt. Dit betekent dat de startersvrijstelling niet automatisch vervalt per 1 januari 2026.
Daarnaast heeft de Tweede Kamer meerdere moties aangenomen.