Riegman & Klaverdijk is als onafhankelijk accountantskantoor actief in alle segmenten van het midden- en kleinbedrijf. Kennis, ervaring en een diepgewortelde interesse in onder meer de binnenvaart, zijn de pijlers onder Riegman & Klaverdijk. Een dynamisch bedrijf dat haar huidige vooraanstaande positie in de branche vooral dankt aan de actieve en persoonlijke benadering van cliënten. Tot de cliënten behoren ondernemingen die actief zijn in de binnenvaart, kustvaart, detailhandel, bouw, IT, etc.
De staatssecretaris van Financiën heeft Kamervragen over het toepassen van fiscale trucs door vermogende particulieren beantwoord. Volgens de staatssecretaris kan het fiscaal voordelig zijn om spaargeld aan te houden in een eigen BV. Een IB-ondernemer heeft niet de mogelijkheid om naar believen spaargeld vanuit box 3 over te brengen naar het ondernemingsvermogen. Dat komt door het leerstuk van de vermogensetikettering. Geld dat geen functie heeft binnen de onderneming is verplicht privévermogen en valt in box 3. Dat geld valt ook onder de vermogenstoets voor de toeslagen. Aan de hand van de gegevens van de Belastingdienst kan niet worden achterhaald hoeveel BV‘s alleen beleggingen hebben en hoeveel BV’s een onderneming drijven. Daardoor kan ook niet achterhaald worden hoeveel mensen met vermogen in een BV desondanks toeslagen ontvangen.
Ongeveer 11.500 dga’s hebben een loon dat lager ligt dan € 5.000 per jaar. Dat komt neer op bijna 4,5 % van het totaal. Ongeveer 272.000 BV’s verwerken geen personeelskosten in hun aangifte vennootschapsbelasting. Het kan gaan om zuivere holdingmaatschappijen, beleggingsmaatschappijen en stamrecht- of pensioen-BV’s.
Enkele vragen hebben betrekking op fiscale regelingen voor bedrijfsoverdracht. Volgens de evaluatie van fiscale faciliteiten bij bedrijfsoverdracht is bij de bedrijfsopvolgingsfaciliteit voor de erfbelasting sprake van een cadeaueffect. Onder voorwaarden kan immers een onderneming zonder heffing van erfbelasting overgaan op de erfgenamen. Het kabinetsstandpunt is dat belastingheffing geen beletsel mag zijn voor economisch gewenste bedrijfsoverdrachten. Omdat er onvoldoende informatie is over de gevolgen en complicaties van alternatieven, zoals een betalingsregeling, ziet het kabinet op dit moment geen aanleiding voor een wijziging. De staatssecretaris bevestigt dat voor de uitvoering van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit een derde van de voor de schenk- en erfbelasting beschikbare capaciteit van de Belastingdienst wordt ingezet.