Studiefinanciering: van basisbeurs naar studievoorschot

03 - 2015

Vanaf 1 september 2015 verandert het stelsel van studiefinanciering voor nieuwe groepen bachelor- en masterstudenten. Studenten moeten meer gaan lenen en bouwen dus een hogere studieschuld op. Wel worden de aflossingsvoorwaarden versoepeld. De forse besparing die met de wijziging wordt bereikt, zal worden geïnvesteerd in verhoging van de kwaliteit van het onderwijs. 

Wat verandert er?

De basisbeurs wordt omgezet in een lening, het studievoorschot. Het onderscheid tussen uit- en thuiswonend vervalt.
De aanvullende beurs blijft bestaan voor minder draagkrachtige ouders (gezamenlijk bruto inkomen minder dan € 46.000 per jaar). De hoogte van de aanvullende beurs is afhankelijk van het ouderinkomen en wordt ook bepaald door het aantal kinderen dat binnen het gezin studeren. Het maximale bedrag wordt verhoogd met ruim € 100 naar € 378 per maand. Dit maximum geldt bij een ouderinkomen van minder dan € 30.000. Alleen voor deze aanvullende beurs geldt dat deze wordt omgezet in een gift bij het behalen van een diploma uiterlijk tien jaar na start van de studie.
Studenten die tussen 2015/2016 en 2018/2019 starten met een bachelor studie, ontvangen na hun afstuderen een voucher van € 2.000. Deze mogen zij vijf tot tien jaar na hun afstuderen gebruiken voor extra bijscholing.
De voorwaarden voor aflossing van de studieschuld worden versoepeld.
De bijverdiengrens verdwijnt; studenten die onder het nieuwe stelsel van studiefinanciering vallen, mogen onbeperkt bijverdienen zonder dat zij hun ov-studentenkaart of aanvullende beurs moeten terugbetalen.
Gehandicapte en zieke studenten krijgen € 1.200 kwijtgescholden als ze binnen tien jaar hun diploma halen.

Voorwaarden studievoorschot

De student bepaalt zelf hoeveel hij leent. De lening is maximaal € 1.016,71 per maand. De lening mag in 35 jaar worden terugbetaald (was 15 jaar). Sneller aflossen is mogelijk. Het aflossingspercentage bedraagt 4% (was 12%) van het inkomen boven het wettelijk minimumloon. Een eventuele restschuld na 35 jaar wordt kwijtgescholden.

Voor huidige studenten blijven de regels van het huidige studiefinancieringsstelsel van kracht.