Overname van de eigen woning bij echtscheiding

03 - 2015

Bij een echtscheiding vormen de fiscale regels rond de eigen woning lastige materie. Is het de bedoeling dat de (gezamenlijke) woning door een van de partners wordt overgenomen, dan blijkt in veel gevallen dat de bank de andere partner niet wil ontslaan van zijn/haar verplichtingen. Daarnaast wordt de maandlast in de meeste gevallen aanzienlijk hoger door de aflossingseis die aan eigenwoningleningen wordt gesteld.

Stel een man en een vrouw hebben samen een woning met een waarde van € 350.000 en een aflossingsvrije eigenwoningschuld ter grootte van € 300.000. Bij de scheiding is afgesproken dat de vrouw de man ‘uitkoopt’. De bank gaat akkoord en zet de lening op naam van de vrouw. De woning komt op naam van de vrouw te staan en de vrouw is de man nog de helft van de overwaarde, € 25.000, verschuldigd. Zij betaalt dit bedrag van haar spaarrekening.

Zo lijkt het allemaal goed te zijn geregeld. De rente over de overgenomen lening van € 150.000 is echter niet meer aftrekbaar. Om de rente over een eigenwoningschuld af te kunnen trekken, moet de lening minimaal annuïtair worden afgelost. Dit geldt voor nieuwe leningen vanaf 2013. Nu mevrouw een deel van een woning heeft gekocht en daarvoor een lening afsluit (overneemt), heeft zij hiermee te maken. De overgenomen lening is voor de vrouw een nieuwe lening en daarom moet zij vanaf dat moment gaan aflossen. De bestaande aflossingsvrije lening kan dus niet zo maar worden voortgezet.

Door de fiscale regels rond renteaftrek is het overnemen van de bestaande lening niet gunstig. De vrouw krijgt te maken met een (aanzienlijk) hogere maandlast dan zij in eerste instantie wellicht dacht.